Het dagboek van een deugniet.

Het dagboek van een deugniet. Welkom in mijn dagboek!

zaterdag 23 juli 2011

Een verhaal met een lange baard


Kevins opa heeft een groot geheim. Niemand kent het, zelfs Kevin niet. En zelfs zijn oma niet. Alleen Kevins opa en ik kennen het geheim, want hij heeft het mij gisteren verteld. Hou je vast, hier komt het: in de baard van Kevins opa woont een kabouter. Alle kruimeltjes en alle soep die in opa's grijze baardbos vallen, ruimt die kabouter met borstel en blik netjes op. Daarna schuift hij alles in een bordje, vouwt een heel klein dekentje open en picknickt onder de krullen. Wanneer opa na het eten zijn pijp opsteekt, klautert de kabouter tot onder opa's neus, snuift en rookt lekker mee. Dat die baardkabouter maar geen kanker krijgt!

vrijdag 22 juli 2011

Eindeloze windenergie


Een reusachtige windmolen hapt naar adem. Zijn propellers draaien zwierig in het rond. Gulzig blijft hij wind naar binnen slikken. Door zijn wolkenkrabberlange hals slokt de energie naar beneden. Tot in zijn buik, diep onder de grond. Daar broeit de windkracht en kolkt ze langs dikke kabels waarin zij zich vermenigvuldigt met het wind-eten van duizend andere molens in het land. Steeds dunner kruipt de wind door kabels boven en onder de grond, door sleuven, onder vloeren en muren, tot hij een gaatje vindt, een koperen draadje dat hem wegleidt uit zijn dwangbuis. Zoemend en knetterend van vreugde omdat hij de bestemming van zijn reis nadert, stroomt de wind in een huiskamer uit het stopcontact. Via een stekker en een laatste eindje zwarte kabel springt hij in een tv-toestel waarop een popgroep zingt over een reusachtige windmolen die hapt naar adem. Zijn propellers draaien zwierig in het rond. Gulzig blijft hij wind naar binnen slikken. Door zijn wolkenkrabberlange hals slokt de energie naar beneden. Tot in zijn buik, diep onder de grond. Daar broeit de windkracht en kolkt ze langs dikke kabels waarin zij zich vermenigvuldigt met het wind-eten van duizend andere molens in het land. Steeds dunner kruipt de wind door kabels boven en onder de grond, door sleuven, onder vloeren en muren, tot hij een gaatje vindt, een koperen draadje dat hem wegleidt uit zijn dwangbuis. Zoemend en knetterend van vreuge omdat hij de bestemming van zijn reis nadert, stroomt de wind in een huiskamer uit het stopcontact. Via een stekker en een laatste eindje zwarte kabel springt hij in een tv-toestel waarop een popgroep zingt over een reusachtige windmolen die hapt naar adem. Zijn propellers draaien zwierig in het rond. Gulzig blijft hij wind naar binnen slikken. Door zijn wolkenkrabberlange hals slokt de energie naar beneden. Tot in zijn buik, diep onder de grond. Daar broeit de windkracht en kolkt ze langs dikke kabels waarin zij zich vermenigvuldigt met het wind-eten van duizend andere molens in het land. Steeds dunner kruipt de wind door kabels boven en onder de grond, door sleuven, onder vloeren en muren, tot hij een gaatje vindt, een koperen draadje dat hem wegleidt uit zijn dwangbuis. Zoemend en knetterend van vreuge omdat hij de bestemming van zijn reis nadert, stroomt de wind in een huiskamer uit het stopcontact. Via een stekker ...